Interview met architecten van CityLoft

Dat we in Vlaanderen anders moeten gaan bouwen en wonen, is een open deur intrappen. Wordt 2020 het jaar van de ommekeer? Hoe de architectuur van morgen anders kan, toont het Hasseltse architectenbureau UAU collectiv.

Anders bouwen en renoveren in Vlaanderen

Iedereen kent ondertussen de immense uitdagingen waar Vlaanderen voor staat: de ruimtelijke verrommeling hertekenen in functie van mobiliteitsknooppunten, liefst met een kleine ecologische impact. Dit betekent: kleiner gaan wonen, stads- en dorpskernen verdichten in plaats van met nieuwe verkavelingen de schaarse open ruimte in te palmen. Hoe kan je als gewone mens met een woonwens vandaag daar nog je plaats in vinden? Bij ‘verdichten’ denken mensen dat we allemaal in kippenhokken moeten gaan wonen. Dan is het logisch dat je je afkeert en dat oude gewoontes standhouden. Daartegenover moeten wij als architecten, een positief verhaal brengen en de zaken goed uitleggen.

Mix van functies

Procedures duren vandaag zo frustrerend lang, omdat nieuwe woonvormen eenvoudigweg niet passen in de verouderde omgevingsplannen. Het gevolg is dat de – meestal kleinere – ontwikkelaars nog zo lang mogelijk zullen doorgaan met het volpompen van kernen met dertien in-een-dozijn appartementen onder het mom van kernverdichting, zolang er geen flexibeler instrumentarium voorhanden is. Al komt daar stilaan reactie tegen.
Tot zo ver de problemen, wat zijn de oplossingen? Massimo Pignanelli; “Als architecten zijn wij hoopvol. De tanker is langzaam van koers aan het veranderen. De grote projectontwikkelaars gaan stilaan mee in het verhaal. Bij elk project willen we iets teruggeven of herstellen, zoals open ruimte of het behoud van industrieel erfgoed. En we denken nu al na over de toekomstige invulling en hergebruik van die gebouwen.

Nieuwe woonvormen

Frederik Vaes: “Vergeet de jongeren niet, want daar doen we het tenslotte voor. Daarom gaan we uit van nieuwe eigendomsprincipes, waarbij je ‘woonrechten’ koopt in plaats van grond en bakstenen. En we nemen het mobiliteitsvraagstuk mee in onze ontwerpen. Het gaat erom een site anders in te richten. Je privégedeelte wordt inderdaad kleiner, maar je krijgt meer ruimte in de vorm van een gemeenschappelijk delen en diensten, publieke groene ruimte, enzovoort. Zo’n mentaliteitsverandering komt er niet van vandaag op morgen, beseft Massimo Pignanelli. “Het verhaal moet inderdaad breed gedragen worden. Anders zal het niet lukken. Mensen moeten weer met elkaar praten. Die rol is niet weggelegd voor de politiek, en ook niet voor de architect. Wij zien onszelf wél als een regisseur die zulke platformen professioneel kan ondersteunen in ontwerp en uitvoering.

De praktijk

Sharing in Hasselt
CityLoft in Hasselt is een nieuwbouwproject met de allure van een oud pakhuis, ingericht met 39 studio’s aan de hand van sharing-principes. Met gedeelde ruimtes en voorzieningen wordt gemikt op betaalbaarder, kwalitatiever en energiezuiniger leven.
Massimo Pignanelli: “De grote meerwaarde van dit project is de gemeenschap en de buurtbeleving. Zo komt er een daktuin met barbecue en firepit. Een fitness en een foodbar op het gelijkvloers. De gemeenschappelijke faciliteiten compenseren de kleinere woonruimte. Het gebouw is een smaakvolle monoliet, ontworpen om niet te overheersen maar juist op te gaan in de binnenstedelijke context. De industriële stijl wordt op een eigentijdse manier bewaard door het gebruik van rode baksteen, staal en hoge ramen die veel licht binnenlaten.”